Succesvol hoger beroep door mr. Gelissen tegen bewind en mentorschap

In Nederland kennen wij een aantal beschermingsmaatregelen voor mensen die om wat voor reden dan ook niet in staat zijn hun eigen financiën te beheren of moeite hebben hun andere belangen van niet-financiële aard te behartigen.

Eén van deze maatregelen, is een volmacht via de notaris (dit wordt ook wel een levenstestament genoemd). De notaris zal dan met u bespreken wie u voldoende vertrouwt om in plaats van u beslissingen te nemen over bankzaken, medische behandelingen en dergelijke. Uzelf maakt deze persoon dan medebevoegd tot tekenen. Een dergelijke volmacht kan niet zonder uw medeweten worden verstrekt.

Het is niet nodig om deze volmacht via de rechtbank te regelen. Wel dient de notaris zich een oordeel te vormen of u in staat bent te begrijpen waarvoor u tekent. De notaris kan van u verlangen dat u een verklaring van een specialist aanlevert waaruit blijkt dat u in staat bent dit te begrijpen.

Een andere optie, is de rechtbank vragen een bewindvoerder aan te stellen. De bewindvoerder wordt dan in uw plaats bevoegd om financiële transacties te verrichten. Indien u onder bewind staat, heeft u – simpel gezegd – toestemming van de bewindvoerder nodig voor een groot aantal zaken die met geld te maken hebben. Zo kunt u zelf geen bankrekening openen, een telefoonabonnement afsluiten of een huurcontract voor een woning tekenen als u een bewindvoerder heeft.

Omdat een bewindvoerder ook tegen uw wil kan worden aangesteld (ook uw familieleden kunnen vragen u onder bewind te stellen), dient altijd door een rechtbank te worden getoetst of het noodzakelijk is dat een bewindvoerder wordt aangesteld. De bewindvoerder dient ook regelmatig aan de rechtbank verslag uit te brengen over de wijze waarop het werk is gedaan.

Indien u wel met uw geld kunt omgaan, maar moeite heeft op andere gebieden te beoordelen wat in uw belang is, kan de rechter besluiten een mentor aan te stellen. De mentor vertegenwoordigt u dan in zaken die niet-financieel van aard zijn (bijvoorbeeld medische kwesties) en zal als contactpersoon functioneren.

Ook voor de mentor geldt dat deze tegen uw wil kan worden aangesteld (bijvoorbeeld op verzoek van uw familie), waardoor ook voor mentorschap geldt dat deze alleen door een rechtbank kan worden aangesteld.

Belangrijk om te weten, is dat bewind en mentorschap tegelijkertijd kunnen worden ingesteld door de rechtbank en dat één persoon, beide functies kan hebben.

De zwaarste beschermingsmaatregel die een rechtbank kan opleggen, is curatele. Ook hiervoor geldt dat deze maatregel door familie kan worden aangevraagd en dat slechts een rechtbank een curator kan benoemen.

In de praktijk is er niet veel verschil tussen de taken van een mentor en de taken van iemand die zowel mentor als bewindvoerder is.

Hoewel deze maatregelen vaak met goede bedoelingen worden ingesteld, blijkt dit ook regelmatig tot ergernissen en onvrede te leiden, met als gevolg dat familieleden tegenover elkaar staan in de rechtbank.

Zo ook in de zaak die mr. Gelissen recent heeft behandeld en waarin op 30 juni 2022, na bijna 2 jaar, procederen eindelijk door het gerechtshof in Den Bosch een definitief besluit is genomen.

In betreffende zaak had een man zijn meerderjarige dochter bij levenstestament gemachtigd om bankzaken te regelen en via de bank betalingen te doen. Daar zij samen een bedrijf voerden, was dit wel zo makkelijk, zo dacht de vader.

Vader kreeg echter steeds meer argwaan over de wijze waarop de dochter met de financiën omging. Zo stond het bedrijf plotseling volledig op naam van dochter, terwijl vader hier niets van wist. Ook was sprake van grondruil waar vader niet achter stond.

Toen vader vragen begon te stellen en samen met zijn vriendin contact met de bank had opgenomen om de machtiging voor de dochter te annuleren, zag de dochter reden samen met haar oom (vaders broer) aan de rechtbank te vragen om vader onder curatele, mentorschap en/of bewind te stellen. De voorgestelde curator/mentor/bewindvoerder: de dochter! Vader wist het immers allemaal niet meer, zou onder een negatieve invloed van zijn op zijn vermogen beluste vriendin staan en zou niet in staat zijn zichzelf te verzorgen, aldus de dochter. Ook zouden diverse rekeningen niet worden betaald. Vader zou daarbij niet in staat zijn om naar de rechtbank te gaan. Deugdelijke (medische) onderbouwing ontbrak echter.

Vlak voordat zij de rechtbank had gevraagd om als bewindvoerder en mentor te worden aangesteld, heeft de dochter van de volmacht gebruikt gemaakt om vaders (aanzienlijke) spaargelden van de rekening te halen en een groot deel daarvan als een niet-opeisbare lening aan zichzelf over te maken. Daarbij tekende zij voor zichzelf als ontvanger en tegelijkertijd namens vader als leningsverstrekker. Het deel dat niet als lening aan zichzelf was overgemaakt, had de dochter op een deposito gezet waar vader niet aankon en waarvan de tegenrekening eveneens aan haar toebehoorde. Vader zelf wist hier niets van af.

De rechtbank in Maastricht heeft, zonder zitting, de dochter als bewindvoerder en mentor aangesteld. Vader was pas op de hoogte van de aanvraag, nadat hij de uitspraak van de rechtbank in zijn brievenbus aantrof. Dochter had hem niet laten weten dat zij de rechtbank hierom had gevraagd en had vader ook niet geïnformeerd over de aan zichzelf verstrekte lening. Doordat de dochter nu bewindvoerder was, kon vader deze lening niet (meer) annuleren.

Vader was het uiteraard niet eens met deze gang van zaken en heeft diverse artsen gevraagd hem te onderzoeken. De artsen hebben verklaard geen reden te zien waarom vader een bewindvoerder of mentor nodig zou hebben Vervolgens heeft hij zelf (!) aan de rechtbank gevraagd het bewind en mentorschap op te heffen en mr. Gelissen gevraagd hoger beroep in te dienen tegen de instelling van het bewind en mentorschap.

Dochter en broer hebben in beide procedures zeer veel tegengas gegeven. Men heeft onder meer familieleden verklaringen laten afleggen over hoe geweldig de band tussen vader en dochter ooit was, maar dat dit plotseling volledig was omgeslagen. Saillant detail: de familieleden die een verklaring hadden afgelegd, hadden allemaal in meer of mindere mate voordeel gehad bij de grondruil waar vader niets van wist.

Getuigen die in vaders voordeel hadden verklaard, werden opgespoord en gevraagd hun verklaringen in te trekken. De vriendin van vader en zelfs haar dochters werden in een zeer kwaad daglicht gezet. De artsen die in vaders voordeel hadden verklaard (4 stuks), zouden slecht werk hebben geleverd en onbetrouwbaar zijn omdat deze door vader werden ingeschakeld en betaald. Daarom werd geëist dat een onafhankelijk onderzoek zou plaatsvinden door een door de rechter aan te stellen arts. Als dochter niet als mentor/bewindvoerder zou kunnen aanblijven, dan zou in ieder geval een professional aangesteld moeten worden, volgens de dochter.

De rechtbank in Roermond heeft, nadat mr. Gelissen ten behoeve van de zitting aanvullende stukken had ingediend en vader had bijgestaan tijdens de zitting, vaders verzoek tot opheffing gegrond verklaard en bepaald dat er geen bewindvoerder of mentor nodig was. De dochter was dus niet langer meer mentor en bewindvoerder!

Men zou denken dat vader toen weer over zijn geld kon beschikken. Het tegendeel bleek helaas waar te zijn. Omdat nog sprake was van een hoger beroep en de dochter en broer tegen de opheffing eveneens hoger beroep hadden ingesteld, weigerde de bank de gelden van de door de dochter geopende depositorekening vrij te geven, waardoor vader nog steeds niet aan zijn eigen gelden kon.

Ondertussen bleef de strijd in de rechtszaal onverminderd voortduren. Het gerechtshof besloot de door beide partijen ingestelde hoger beroepen te voegen en het door de dochter gewenste onderzoek door een deskundige te bevelen. Daarbij zou vader de helft van deze (aanzienlijke) kosten moeten betalen.

Vader wenste niet mee te werken aan dit onderzoek en heeft het Hof dit ook laten weten. Vader stelde dat de dochter niet had aangetoond dat hij niet voor zichzelf zou kunnen zorgen en dat hij niet met financiën zou kunnen omgaan.

Vader had ondertussen nog meer bewijzen verzameld, waaronder de zeer goede resultaten van een recente geheugentest en een verklaring van zijn garagist dat hij altijd op tijd was voor de APK en onderhoud van de auto.

Hoewel rechters het niet fijn vinden als men weigert mee te werken aan een onderzoek dat zij bevolen hebben en daar normaal gesproken de consequenties aan kunnen verbinden die zij zelf juist achten (vaak negatief), hebben de rechters bij het Hof toch besloten vader niet te straffen.

Juist omdat vader zelf nog meer bewijs had verzameld dat hij wel zijn eigen belangen kan behartigen, besloot het Hof dat niet gebleken is dat vader dit niet zou kunnen. Juist omdat vader zelf van huisarts kon wisselen, op tijd naar afspraken met artsen ging, zelf onderzoeken had laten verrichten naar zijn gesteldheid en aantoonde dat hij zelf kon pinnen en betalingen verrichten, vond het Hof het niet nodig dat opnieuw een bewindvoerder en/of mentor werd aangesteld.

Vader kan nu zelf zijn financiën beheren en van zijn oude dag genieten, zonder dat zijn dochter ongewenst invloed kan uitoefenen.

Zo ziet men maar dat het toch kan lonen om te blijven vechten voor de eigen vrijheid, ook als er telkens grote tegenwerking komt en de rechters soms niet op uw hand lijken te zijn.

De uitspraak van het gerechtshof staat gepubliceerd op rechtspraak.nl, en is hier in te zien.